De eerste Canadese Dag
- 16 juni 1946 -


Aan de eerste officiële Canadese plechtigheid van 16 juni ging op 26 mei 1946 nog een andere vooraf, namelijk een hulde aan de in mei 1940 gevallen Grenadiers gebracht door 'La Grenade', en 'Le Colis du Grenadier'. De gemeenteraad voelde zich hoogst vereerd en gelukkig te mogen meewerken aan de verheerlijking van die duurbare helden die met hun kostbaar bloed onzen vadergrond hebben vrijgekocht." We vermelden deze herdenking omdat een militaire afvaardiging, in het gezelschap van de Oostvlaamse gouverneur, na afloop in Adegem bloemen ging neerleggen op het Canadees kerkhof. "Dit zou echter geen officieel karakter hebben gezien binnen veertien dagen een grootsche hulde gebracht wordt aan de gesneuvelde helden der Canadeezen door bemiddeling van de Welfare en met medewerking van het gemeentebestuur." Hoewel niet officieel, groeide de bloemenhulde op het kerkhof toch uit tot een grootse en waardige hulde.


Voorbereiding


Als voorbereiding op de Canadese plechtigheid verzamelt Maria De Keyser van elk graf een beetje aarde die later zal worden aangeboden aan ambassadeur Turgeon.

Zoals we reeds schreven was het mevrouw le Clément de Saint-Marcq die als voorzitster van de Gentse Welfare met het voorstel op de proppen kwam om op het oorlogskerkhof in Adegem een officiële herdenkingsplechtigheid te organiseren. Zij voerde persoonlijk de onderhandelingen met het gemeentebestuur en stond nagenoeg volledig alleen in voor de organisatie, waarvan de voorbereidingen voornamelijk in Gent gebeurden.

Mevrouw le Clément de Saint-Marcq wist zowat het hele Meetjesland te mobiliseren, haar doordrongen geestdriftige hulde heeft zij kunnen overstuwen over de harten van onze Meetjeslandsche menschen.

De eerste bedevaart was dan ook professioneel aangepakt. Naar alle kranten werd een persmededeling verstuurd, die meestal integraal werd opgenomen:

"Belgo-Canadeesche dag op het kerkhof van Adegem
Een plechtigheid aan de graven, ter nagedachtenis van de Canadeesche soldaten, heldhaftig gesneuveld voor de bevrijding van onze Provincie, zal plaats hebben op Zondag 16 Juni 1946, op het Kerkhof van Adegem (bij Eekloo), onder het patronaat van de "Gentsche Welfare".
Een hoopvolle oproep wordt tot de Belgische vrouwen gericht, opdat zij talrijk aan deze bedevaart zouden deelnemen. Zij zullen al het mogelijke doen, om uit ganscher harte en met volle toewijding de moeders, de echtgenooten, de dochters, de zusters, de Canadeesche verloofden te vervangen, die in de onmogelijkheid verkeren de lange overzeesche reis te ondernemen, om zich liefdevol te komen buigen voor de graven der hunnen, die zich vrijwillig opofferden ten koste van hun jeugdig bestaan, opdat wij vrij zouden kunnen leven.
Wij houden er aan dat deze laatste verblijfplaats mild van bloemen zou voorzien worden bij deze bedevaart en dat ieder graf vereerd zou worden met een bloem en een gebed.
De Burgerlijke en Militaire Overheden, al de Vaderlandsche maatschappijen, de Oud-Strijders en Weerstanders, de scholen uit de Provincie zullen niet aarzelen een afvaardiging te zenden om deel te nemen aan deze grootsche betooging en huldebetoon uit erkentelijkheid.
Voor alle inlichtingen bede zich te wenden, tusschen 11 u. en 12. 15 u. bij de "Gentsche Welfare", Koophandelsplein, 11, Gent."


Affiche van de eerste officiële Canadese plechtigheid, ingericht door de Gentse Welfare.

Naast de artikels in de kranten werden er ook affiches verspreid, er reden bijzondere treinen en vanuit Gent vertrokken veel autobussen met voorbehouden plaatsen. Niets werd aan het toeval overgelaten.

De gemeente Adegem liet zich natuurlijk niet onbetuigd. Alhoewel het gemeentebestuur niet de organisator was, bood men toch alle mogelijke logistieke hulp. Voor veldwachter Albert Notteboom bijvoorbeeld was niets te veel om de mensen uit Gent te helpen. Ook kreeg men veel hulp van particuliere kant, met name van Maria De Keyser, op wie men altijd een beroep kon doen bij het oplossen van praktische probleempjes: voor het maken van de laurierkroontjes die de schoolkinderen op de graven van de gesneuvelden zouden leggen, voor het uitnodigen van bepaalde personen, voor contacten met plaatselijke verenigingen, enz. Juffrouw Yvonne De Schepper, gepensioneerde onderwijzeres van de meisjesschool, wist ons te vertellen dat het de familie De Keyser was die zich de Canadese dag aantrok. Zij zorgden voor het materiaal voor de kroontjes, die de leerlingen van de meisjesschool dan in de klas maakten. Dat was echter zo'n langdurig en lastig werkje voor de meisjes, dat men er na twee jaar gelukkig een punt achter zette, aldus nog juffrouw De Schepper.

De plaatselijke vaderlandse groeperingen Eendracht maakt Macht, Oud Wapenbroeders, Oud-strijders 1914-1918 1940-1945 organiseerden in 1946 zelfs een tombola "om de kosten te dekken van het opluisteren van talrijke huldebetogingen op het erekerkhof der soldaten gesneuveld op het grondgebied der gemeente en op het Canadeesch Kerkhof waar talrijke Canadeesche en Poolse soldaten begraven liggen."

In Adegem klopte mevrouw le Clément de Saint-Marcq nergens vergeefs aan, haar innemende overtuigingskracht verzette af en toe bergen. Het gemeentebestuur reserveerde zelfs een krediet van 10.000 fr. voor het financieren van deze plechtigheid en van die van 26 mei: "Overwegende dat op 16 Juni een Belgo-Canadeesche dag wordt ingericht door de 'Welfare' waarop onder meer de heer Ambassadeur van Canada en Hoge Overheden zullen tegenwoordig zijn, en het Gemeentebestuur hoeft te zorgen voor de ontvangst op het gemeentehuis, tot de inrichting op het kerkhof, aanbrengen van zitplaatsen, oprichten van een altaar, aankoopen van een garve. Overwegende dat de bevolking hier bijzondere uiting zal geven over de erkentelijkheid te bewijzen aan onze Canadeesche helden en vrienden, hetgeen met zekere kosten gepaard gaat"


De bedevaart

De plechtigheid begon om kwart over tien met de ontvangst van de burgerlijke, militaire en geestelijke overheden ten stadhuize, zoals het in het programma staat. Burgemeester Leopold Van Waetermeulen heette iedereen hartelijk welkom. De Canadese ambassadeur, de heer W.F.A Turgeon, werd heel bijzonder bedankt voor zijn vererende aanwezigheid. Tijdens de receptie op het gemeentehuis werd op het dorp een stoet gevormd, die zich omstreeks tien uur in beweging zette, richting Prins Boudewijnlaan. Een duizendtal kinderen uit zowel Oost- als West-Vlaanderen (alleen al uit Gent waren er 200), tientallen oud-strijders en weerstandsafdelingen met hun kleurrijke vlaggen, zes muziekkorpsen, militairen en vele gewone burgers stapten in volmaakte orde naar het Canadeesche doodenveld. Om half elf kwamen de genodigden daar aan. Het regende ondertussen pijpestelen.

Majoor Cameron, een protestants legeraalmoezenier, citeerde uit het Boek der Wijsheid en belichtte het heldhaftig offer van de jonge Canadezen.

Met honderden bloemenkronen brachten daarop alle aanwezige prominenten, deelnemende verenigingen en groeperingen een piëteitsvolle bloemenhulde aan de voet van het toen nog houten offerkruis. Er kwam maar geen eind aan. Schoolkinderen legden op elk graf een symbolisch Maple leaf-kroontje. Na een korte toespraak door mevrouw le Clément de Saint-Marcq werden aan ambassadeur Turgeon honderden zakjes aarde overhandigd, zoveel als er Canadese soldaten begraven lagen. Hij dankte ontroerd en beloofde ervoor te zorgen dat de aarde bij de respectieve families zou terechtkomen. Het "0 Canada! Terre de nos Aïeux" dat door de schoolkinderen werd gezongen, vormde een der hoogtepunten van de plechtigheid en ontroerde alle aanwezige Canadezen.

Om half twaalf begon pastoor Herman Van Damme, bijgestaan door o.a. de aalmoezeniers Goethals en Tessiers en nog twee andere, onder een dreigend wolkendek aan een plechtige openluchtmis. Het koor van de Sint-Gregoriusbond uit Eeklo voerde, samen met het Knapenkoor van de Broeders van Liefde, de driestemmige mis van De Boeck uit. Het Libera Me van Jules Verhasselt werd onberispelijk gezongen.

Net op het ogenblik van de consecratie stak plots een stevige wind op, waardoor alle vlaggen aan het wapperen gingen en... de regen met bakken neerviel. "Dames vluchtten als hazen, maagdekens wipten naar moeders mantel of paraplu. Jammer, want alles viel in duigen" schreef de Eecloonaer. De mis werd vlug, vlug verder gezet en tussen de vlagen door kon pastoor Van Damme toch nog het kerkhof wijden.

Na het Engelse en Belgische volkslied verlieten de invités haastig het kerkhof, de natte menigte droop af. De regen had voor een anti-climax gezorgd.


De deelnemers


Tijdens de plechtigheid van 16 juni 1946 werd op het kerkhof een openluchtmis opgedragen door niet minder dan vijf priesters. jammer genoeg werd het geheel ontsierd door de neergutsende regen: tapijten, kussens en doeken raakten doorweekt. Er waren nochtans kosten noch moeite gespaard, onder andere werd geluidsversterking voorzien. Rond het altaar stonden meer dan 200 vlaggen opgesteld van evenveel vaderlandslievende verenigingen.


Naast de Gregoriusbond van Eeklo was ook het Adegemse kerkkoor aanwezig om de plechtigheid op het kerkhof op te luisteren. Aan de voet van het kruis zongen zij "Vers l' Avenir" en aan het eind van de plechtigheid werd het "0 Canada" aangeheven. We bemerken (vlnr): Alfons De Baets, Albert De Kesel, Jozef De Keyser, Leon Van de Velde, Jozef De Baets, veldwachter Albert Notteboom, Camiel Sierens, August Notteboom, Willy Bral, onderpastoor Urbain Haes, pastoor Herman Van Damme.

Naast de massale aanwezigheid van schoolkinderen en bevolking namen aan deze eerste officiële plechtigheid nog heel wat andere prominenten en verenigingen deel:
W.F.A Turgeon, ambassadeur van Canada
d' Arcy McGreer, raadsheer van de ambassade
Cadieux, secretaris van de ambassade
Kapitein Cardinal, militair attaché bij de ambassade
Majoor Cameron, aalmoezenier
Majoor Tessiers, aalmoezenier
Lt.-kol. Helpen, commandant van het Engels garnizoen in Gent
GreenselI, wing-commander
Watling, vertegenwoordiger van de RAF
Brigadier Connelly, bevelhebber van de Canadese troepen
Frank Puaux, consul van Frankrijk
Majoor Amelot, vertegenwoordiger van de Minister van Landsverdediging
Kolonel De Smet, provinciecommandant
Vander Stegen, burgemeester van Gent
Anseele, schepen van de stad Gent en volksvertegenwoordiger
Verhelst, schepen van de stad Gent
Generaal de Wulf
Lesseliers, vertegenwoordiger U.F.A.C.
Garnier, commandant van de gendarmerie
Oud-strijdersbonden van Adegem, Eeklo en Maldegem
Politieke gevangenen uit verschillende gemeenten
Weerstanders
Groot oorlogsverminkten
Gedemobiliseerde Canadese soldaten
Rode Kruis
Boerengilde Maldegem, Adegem
Amical des Officiers Canadiens
Scouts Gent
Verenigde Vrienden, Adegem
Sint-Cecilia, Maldegem
Nut en Vermaak, Maldegem
Amicitia, Eeklo
Sint-Cecilia ,Eeklo
Fanfare K.S.A, Eeklo
Scholen van Gent, Eeklo, Maldegem, Adegem, Sint-Laureins


Een negental meisjes in plechtige communiekledij, met palmtakken als symbool van het offer van de soldaten in de hand en met kistjes aarde van het kerkhof, stappen onder de leiding van Maria De Keyser op naar het centrale offerkruis.


Ambassadeur Turgeon ontvangt uit de handen van een groep Adegemse meisjes enkele honderden zakjes aarde van de graven van de gesneuvelde Canadese militairen. De zakjes werden naderhand symbolisch in zee gedeponeerd.


Op de eerste officiële plechtigheid, die werd ingericht door de Gentse Welfare met logistieke steun van het Adegemse gemeentebestuur, waren heel wat belangrijke mensen geïnviteerd. In het midden van de opname bemerken we mevrouw le Clément de Saint-Marcq die de hele plechtigheid organiseerde. Links van haar zien we W.F.A. Turgeon, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur van Canada.


Weerklank

"De reeds lang voorziene plechtigheid op het kerkhof van Adegem waarop 'n kleine duizend Canadeesche helden hun laatste rustplaats hebben gevonden greep Zondag ll. plaats. Een ongeziene menigte menschen uit de streek waren letterlijk samengestroomd als dank aan hen die eens hier in onze streek 't leven lieten ter bevrijding van ons land, " lezen we in 'Vrij Maldegem' van 23 juni 1946.

In veel kranten en weekbladen werd bijzonder veel aandacht aan de plechtigheid besteed. In het reeds eerder geciteerde 'Vrij Maldegem' worden eerst al de deelnemende prominenten en verenigingen opgesomd, waarna we het volgende lezen: "Het kleine dorpje Adegem was het vertrekpunt van den kilometer langen stoet. Ingetogen en dankbaar marcheerde onze jeugd. Het was of er kwam geen einde aan den stoet. Immer stroomden de deelnemenden binnen de afsluiting van 't kerkhof. De ordedienst was flink verzekerd. Wanneer zoo iedereen eindelijk de aangeduide plaats bezette moest het weder beginnen te fruiten (?) want weldra waren groote druppels uitgegoten. De schoolkinderen, jongens en meisjes onder geleide van hun meesters en meesteressen vormden de keur. De kroon welke op ieder graf werd gehangen was sober maar sprekend. Bloemen en kransen van deelnemers werden opgestapeld rondom het groote heldenkruis. Onder de plechtigheid werden het "God save the King", het "Belgisch Volkslied" en "Naar wijd en zijd" door het gedrilde Adegemse muziek uitgevoerd. Een protestantsch dominee hield in het Engelsch een toespraak, waarna Mevr. le Clément de Saint Marcq het woord voerde in 't Nederlandsch en in 't Fransch. De ambassadeur van Canada, Z.E. Hon. W.F.A. Turgeon ntving uit smettelooze kinderhanden vervolgens de zakjes welke een weinig aarde bevatten der soldatengraven.

Eindelijk begon, toen de H. Mis. Z.E.H. Van Damme, bijgestaan door vier vreemde priesters politieke-gevangenen assisteerden. Onder de consecratie brak een echt onweder los zoodanig dat het volk dreigde het kerkhof te moeten verlaten. Doch neen, de meesten waren liever nat... de plechtigheid was nog niet afgeloopen...

De St.-Gregoriusbond van Eeklo voerde de driestemmige mis uit van August De Boeck uit onder de kundige leiding van den Hr. H. Verhasselt. Het "Pie Jesu" en het "Libera Me" konden niet door de menigte bijgewoond worden daar het slechte weder immer aanhield..."

De nationale kranten lieten de plechtigheid ook niet onvermeld. "Indrukwekkende doodenhulde op het Canadeesch kerkhof te Adegem", blokletterde 'Het Volk' op 16 juni 1946. "Het groot Canadeesch doodenveld van Adegem, gelegen langs de groote baan Gent-Brugge, is gisteren het tooneel geweest van een indrukwekkende rouwhulde ter nagedachtenis der duizenden Canadeesche helden die hun bloed stortten voor de bevrijding van ons grondgebied en hun laatsten slaap rusten in de vlakten van Adegem" aldus de reporter van dienst, die besloot dat de bedevaart was uitgegroeid "tot een waardig huldeblijk aan de Canadeesche helden die vielen voor onze bevrijding".


Achter elk graf nam weer een meisje plaats met een laurierkrans die in diverse scholen werd klaargemaakt. De regen was weer de grote spelbreker.

'De Gentenaar' van 17 juni 1946 beschreef de herdenking als een "grootsche hulde waaraan een nooit geziene menigte bedevaarders en sympathisanten deelnamen, het was één ware demonstratie van de gevoelens van de bevolking."

'Vooruit' publiceerde veruit het langste én beste verslag. Onder de kop Een grootsche rouwhulde te Adegem volgde een zeer gedetailleerde beschrijving van het hele gebeuren, waarbij "het anders zoo stille Adegem overrompeld werd door de honderden schoolkinderen, veteranen, weerstanders, weggevoerden, enz." Aan de meer dan 800 jonge Canadese soldaten die in de herfst van 1944 hun mooie jonge leven hadden geofferd voor de bevrijding van onze provincies en "voor de vernietiging van het fascistische monster, zal hulde worden gebracht omwille van hun gruwelijke beproeving: zij stierven opdat wij als vrije menschen zouden kunnen leven." In het verslag werd er herhaaldelijk de nadruk op gelegd dat de voorbije gebeurtenissen de schuld waren van het misdadige nazisme, dat door de gruwelijke bezetting en menschonteerend regiem den rechtvaardigen strijd heeft verloren. 'Vooruit' had verder niets dan lof over voor de waardige hulde van een dapper volk aan zijn dappere bevrijders.

In 'La Flandre Libérale' schreef Alice Sauton een nogal geromantiseerd verslag. Adegem werd overrompeld, "une foule endimanchée circulait melée aux uniformes. De Gand et de tous les coins de la province, des cars, des camions, des voitures amenaient sans cesse une foule immense, chargée de fleurs, qui tenait à s'associer à l' émouvante manifestation de souvenir et de reconnaissance envers les Canadiens endormis à jamais dans notre jardin de Flandre." In het verslag werd nauwelijks gewag gemaakt van de regen die alles in de war stuurde. Integendeel: de opstekende wind bij de consecratie, die plots de vlaggen liet wapperen, werd -bijna- als een teken Gods aangezien. Het einde van de plechtigheid beschreef Sauton als volgt: "La foule s'écoule, tout est fini, et tout continue. Le grand cimetière retourne à la paix, parmi ses fleurs, ses oiseaux, et le souvenir fidèle qui ne cessera de veiller sur ses ports 'aere perennius'."


Dankbetuigingen


Op het graf van Sgt. R. William Abramson, gesneuveld op 1.11.1944 op 26-jarige leeftijd prijken naast de bloemen en de laurierkrans ook een foto en het opschrift "Dood, maar niet vergeten". Stilaan kwamen immers familieleden de graven opzoeken.

Naderhand werden alle medewerkers en medewerksters persoonlijk bedankt door mevrouw le Clément de Saint-Marcq. Veldwachter Albert Notteboom, die zich met hart en ziel had ingezet voor het welslagen van de hele plechtigheid, ontving de volgende brief:

"Mijnheer,
Wij hebben de eer U te bedanken voor Uwe medewerking aan de organisatie van de betooging dewelke plaats greep te Adegem op zondag 16 juni l.l. ter gelegenheid van den herdenkingsdag op het Canadeesch kerkhof.
Met vriendelijkheid en hoffelijkheid hebt ge Uw moeilijke taak volbracht tot eenieders voldoening.
Met onze dankbetuiging gelieve U de verzekering onzer hoogachting te willen aanvaarden.

De voorzitster "Gentsche Welfare"

  


© Hugo Notteboom / Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, 1994
Deze webpagina bevat auteursrechtelijk beschermd materiaal. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home