Het bezoek van Prins Albert,
prins van Luik, in 1954



Om 9.40, stipt op tijd en volgens het scenario, wordt prins Albert door Paul Migeon verwelkomd
aan het einde van de Adegemse Kerkstraat. De notabelen kijken glimlachend toe.

Naar aanleiding van de tiende verjaardag van de bevrijding en de tiende herdenking op het Adegem War Cemetery (voor België-Canada telde de herdenking van 1945 ook mee) meende voorzitter Migeon dat er iets bijzonders moest gebeuren en hij inviteerde een lid van de koninklijke familie om de herdenking van september 1954 bij te wonen pour rehausser les cérémonies qui auront lieu, le 12 septembre prochain, au cimetière d'Adegem.

Migeon ontving op 10 augustus 1954 een brief van het Cabinet du Roi waarin hem werd medegedeeld dat S.A.R. Monseigneur le Prince de Liège m'a chargé de vous faire savoir qu'Elle agréait volontiers votre demande et qu'Elle assistera à cette manifestation d'hommage aux soldats canadiens tombés lors des combats de la libération.

Zowel Adegem als de vereniging België-Canada bliezen onmiddellijk alle hens aan dek. Het centrum van de gemeente werd grondig onder handen genomen: het kerkhof kreeg een schoonmaakbeurt, het monumentale hek werd in blinkend zwart geschilderd, alle grassprietjes werden van tussen de straatkeien gehaald en in het gemeentehuis werden de nodige aanpassings- en verbeteringswerken uitgevoerd. De gemeente mobiliseerde het voltallige personeel om alles tot in de puntjes te verzorgen, want niets mocht de grote dag verstoren of in de war sturen.

Door de Grootmaarschalk van het Hof werden op 10 september aan P. Migeon nauwkeurige richtlijnen à titre personnel et confidentiel verstrekt in verband met het prinselijke bezoek. Prins Albert vertrok om 8.20 in het paleis van Laken in het gezelschap van Kolonel Stacquet, vleugeladjudant van koning Leopold III.


In het gezelschap van generaal Marchau stapt de prins door het dorp naar het gemeentehuis.
De muziekkapel van de 2de Infanteriebrigade bewees de eer en aan de andere kant werd de
erehaag gevormd door K.S.A.-Eeklo en Adegem.

Om 9.40 zou hij in Adegem arriveren, waar hij aan het gemeentehuis diende verwelkomd te worden door Paul Migeon, ambassadeur Hébert, die er voor het eerst bij was, gouverneur Mariën van Oost-Vlaanderen, P. Vermeylen, minister van Binnenlandse Zaken en door luitenant-kolonel Marchau, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging. Nadat hij de muziekkapel van de II de Infanteriebrigade en het detachement Canadese en Belgische militairen had geschouwd begaf hij zich naar het gemeentehuis, waar hij door burgemeester Albert De Kesel werd ontvangen die onder andere zei: "Het is voor de gemeente Adegem een grote eer uwe Koninklijke Hoogheid vandaag op haar grondgebied te mogen verwelkomen. Ieder jaar leeft de bevolking mede met de ontroerende plechtigheden die alhier, in deze gemeente in de kerk en op het Canadees kerkhof plaats grijpen. Zij wil op bescheiden wijze, maar daarom niet minder gevoeld, bijdragen tot de hulde die alsdan door verscheidene Hoogwaardigheidsbekleders, gebracht wordt aan Hen die, in de strijd om de bevrijding van ons grondgebied, hier gevallen zijn en niet ver van de plaats waar zij het opperste offer hebben gebracht, aan de gewijde aarde zijn toevertrouwd." De burgemeester alludeerde ook eventjes op de voorbije koningskwestie: "Het is U voorzeker niet onbekend hoe trouw onze Vlaamse buitenbevolking gehecht is aan het Vorstenhuis, aan de persoon van Zijne Majesteit Koning Boudewijn, aan Zijne Majesteit Koning Leopold, Uw doorluchtige Vader, wiens naam wij niet uitspreken zonder tot in het diepst van ons gemoed ontroerd te zijn."

Ondertussen konden de twee detachementen zich links en rechts voor de ingang van de kerk opstellen. Om kwart voor 10 verwelkomden hulpbisschop Joliet en pastoor Van Damme de hoge gast en begeleidden zij hem naar zijn bidstoel in het koor. De kerk was volgelopen met vele tientallen geïnviteerden en in het koor stonden ontelbare kleurrijke vlaggen van vaderlandslievende groeperingen. Omstreeks half elf begaf de prins zich opnieuw naar het gemeentehuis om iedereen de gelegenheid te geven intussen naar het Canadees kerkhof te gaan. Het was de bevolking ten strengste verboden de prins bloemen aan te bieden of bloemen toe te werpen en op het kerkhof zelf waren alle luidruchtige uitlatingen, eerbewijzen of toejuichingen verboden. In het gemeentehuis werd de prins voorgesteld aan de beheerraad van België-Canada, de schepenen en gemeenteraadsleden, de leden van de Commissie van de Openbare Onderstand en de genodigden.

Omstreeks 11 uur stapte de prins opnieuw in zijn Cadillac en werd hij naar het Canadees kerkhof gevoerd waar hij ontvangen werd door de heer Taylor, hoofd van het noordoostelijke district van de Imperial War Graves Commission en door mijnheer Hogg, Belgisch verantwoordelijke van dezelfde commissie. Prins Albert begaf zich naar het centrale offerkruis waar de absouten werden gezongen door de geestelijkheid en P. Migeon en ambassadeur Hébert een korte toespraak hielden. Daarna legde de prins een kroon neer aan de voet van het kruis en na de Last Post en de nationale hymnen van Canada en België vertrok de koninklijke gast opnieuw naar Laken waar hij omstreeks 12.40 verwacht werd. De andere gasten kregen vanwege het gemeentebestuur een receptie aangeboden in het gemeentehuis.


De koninklijke gast, in het gezelschap van Paul Migeon, bij het verlaten van de Sint-Adrianuskerk.


Aan het gemeentehuis werd de hoge gast verwelkomd door burgemeester Albert De Kesel.


Toen de prins op het kerkhof arriveerde, begon bet flink te regenen, maar dat kon hem blijkbaar weinig deren.

Tot zover het in detail uitgeschreven protocol waarin natuurlijk niets staat over de sfeer die toen in Adegem heerste. Naarmate het uur van aankomst van de koninklijke gast naderde, steeg de zenuwachtigheid: burgemeester De Kesel en voorzitter Migeon ijsbeerden nerveus heen en weer, de kinderen van de scholen, met Belgische vlaggetjes in de hand, stonden reikhalzend uit te kijken, aan het gemeentehuis stonden de Adegemse oud-strijders uit beide wereldoorlogen zenuwachtig met elkaar te praten en achter de gespannen kabels stonden honderden kijklustigen samengedrumd om toch maar een glimp van de prins op te vangen. Af en toe viel er wat regen uit de hemel. maar een echte spelbreker was die dit keer niet, er was zelfs nu en dan een streepje zon te zien.

Stipt op tijd kwam de zwarte limousine het dorp ingereden. Bevelen werden geschreeuwd, de muziekkapel verwelkomde de prins met een opgewekte aria, de kinderen zwaaiden met hun tricolore vlaggetjes en het "Leve de prins! Vive le prince" was niet van de lucht. De wandeling van het gemeentehuis naar de kerk werd een kleine triomftocht en de verlegen prins wist blijkbaar niet goed waar hij het had. De requiemmis werd traditiegetrouw opgeluisterd door het zangkoor van de O.-L.-Vrouwkerk van Tielt en stond onder de leiding van E.H. Thorez. Aan de katafalk, die bedekt was met de Canadese, Poolse en Belgische vlag, hielden drie Canadese en drie Belgische soldaten de erewacht. De kerk zelf bood een feestelijke en kleurrijke aanblik.

Na de dienst wandelde prins Albert opnieuw naar het gemeentehuis waar het gulden boek werd getekend: Albert, prins van België schreef de Prins van Luik. Ondertussen vormde zich in het Adegemse centrum een massale optocht die werd geopend door de K.S.A. fanfare uit Eeklo, gevolgd door overtalrijke aanwezige verenigingen, groeperingen en organisaties, de Verenigde Vrienden uit Adegem, de Adegemse schoolkinderen, enz. De muziekkapel en de militaire detachementen werden per militaire vrachtwagen naar het kerkhof gebracht.

De belangstelling van zowel publiek als prominenten was massaal en de voet van het Cross of Sacrifice werd zowaar bedolven onder een massa kronen en bloemstukken. Nadat prins Albert het gulden boek van het oorlogskerkhof had getekend, verliet hij het kerkhof onder luide toejuichingen (ondanks het verbod) van de menigte.


Onder het goedkeurend oog van Paul Migeon wordt het gulden boek
van de vereniging België-Canada en het Cemetery Register getekend.

Na de receptie in het gemeentehuis bood de vereniging België-Canada aan enkele genodigden, waaronder ambassadeur Hébert et la toute gracieuse ambassadrice", in het Posthotel in Gent le plus cordial des déjeuners intimes aan. In Adegem werden de bevrijdingsfeesten in de namiddag voortgezet en 's avonds kreeg de bevolking vanwege het gemeentebestuur een prachtig vuurwerk aangeboden.

Zowel de plaatselijke als nationale pers besteedden bijzonder veel aandacht aan deze plechtigheid:
'De Gentenaar': "Adegem bracht hulde aan de bevrijders der Vlaamse gewesten.
Indrukwekkende plechtigheid op het Canadees Kerkhof in aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert."
'Het Laatste Nieuws': "Herdenking van gesneuvelde Canadezen. Bedevaart naar de militaire begraafplaats te Adegem in aanwezigheid van Prins Albert."
'Het Volk': "Belgisch-Canadese gedenkdag te Adegem in aanwezigheid van de Prins van Luik. Bloemenhulde op militair kerkhof."
'Het Nieuwsblad': "De bevrijdingsherdenking te Adegem, plechtig bijgewoond oor Prins Albert."
'Vooruit': "De jaarlijkse plechtigheid op het Canadees kerkhof te Adegem. Z.K.H. de Prins van Luik aanwezig."
'Le Soir': "Le Prince de Liège assiste à la cérémonie du souvenir au cimetière canadien d' Adegem."
'La Dernière Heure': "En présence du prince de Liège. Cérémonies d'hommage aux morts Canadiens à Adegem."
'La Flandre Libérale': "Les Cérémonies commémoratives d'Adegem. Le prince Albert à Adegem."
'La Métropole': "A Adegem, hommage aux soldats Canadiens. "
'Vrij Maldegem ': "Indrukwekkende plechtigheden te Adegem. "

Ambassadeur Hébert was zeer onder de indruk van de plechtigheid en schreef dat ook op 14 september in een dankbrief aan Paul Migeon: "Je garderai longtemps un souvenir ému de la touchante Cérémonie du Souvenir à Adegem... Je savais déjà de mon prédécesseur la grandeur simple de cette cérémonie, j'ai été particulièrement touché de la piété avec laquelle la cérémonie au cimetière s'est déroulée et j'ai maintenant I'occasion de vous remercier de votre dévouement".


Uitnodiging van de gemeente Adegem om de plechtigheid bij te wonen.


© Hugo Notteboom / Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, 1994
Deze webpagina bevat auteursrechtelijk beschermd materiaal. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home