Het dorsen


Dorsen met de vlegel
Foto © www.openluchmuzeum.nl

Het graan dat na het oogsten opgeslagen was in de schuur of op het erf in grote graanmijten, was nu goed droog en het werd met de hand gedorst ook nog vlegelen genoemd.

Vroeger, toen men nog geen dorsmachine had, werd het graan met behulp van een vlegel uit de halmen geslagen.
Als zij met z'n tweeën of z'n drieën dorsten, gebeurde dat heel ritmisch. Dat geklop was van op grote afstand te horen en men sprak dan van de tweeslag of de drieslag.

De dorsvloer had een belangrijke functie: hij mocht niet te hard zijn want anders werd het graan geplet en kon de vlegel breken.
Hij mocht ook niet te zacht want dan kreeg men het koren onvoldoende gedorsen.

De vloer moest enigszins veerkrachtig zijn.
Deze manier van dorsen werd na de eerste wereldoorlog nog nauwelijks toegepast. Enkele boeren die niet teveel graan gezaaid hadden gebruikten nog de vlegel.



De  manege van de dorsmachiene


Begin 1920 kwam de pinmolen. De pinmolen werd aangedreven door een manege.
Twee paarden deden een groot tandwiel draaien dat verbonden was met het kleine tandwiel van de molen. Hier in de streek werden zelfs koeien gebruikt, want de paarden waren soms moeilijk te missen op het land.

Deze molen was opzij voorzien van een cilinder met pinnen. De schoven werden één voor één met het graan naar voren in de cilinder geschoven. Dit was nog het mooiste werk, de persoon die achter de machine stond kreeg heel wat stof in het aangezicht.

Het was wel niet zonder gevaar, de schoven die ingevoerd werden waren gebonden en dienden met een mes losgemaakt. Ooit gebeurde het dat het mes meegetrokken werd met de schoven en zo achteraan de machine wegvloog, met mogelijk zware gevolgen voor de man die daar stond.

Om dit te voorkomen bond men een elastiek rond de pols en het mes, dit was voor de man achter veiliger maar als het mes dan meegetrokken werd was het voor de invoerder een evengroot gevaar....

Het graan viel dan onderaan de molen uit en het stro kwam langs achteren.

Rechts ziet u een dorsmachine die aangedreven werd door een tractor die voorzien was van een vliegwiel. Dit kon evengoed een benzinemotor zijn. Voor de eerste wereldoorlog gebruikte men zelfs een stoommachine.


Met zijn allen aan de dorsmachiene
Foto © Ko Van Oeveren

 


Het opvullen van de juttezakken
Foto © Hendrik Van Kampen

 

Niet iedere boer had een dorsmachine. Er was wel altijd een boer in de buurt die er een aangekocht had en die het graan van de andere boeren in de buurt dorste.

Terug