Plechtigheden in 1948


Hoge gasten

Het Canadian War Cemetery genoot een stijgende belangstelling. Eerst en vooral waren er de vele toevallige bezoekers, op weg naar de kust, die de imposante begraafplaats een bezoekje waard vonden en hun naam in het Cemetery Register schreven.


7 mei 1948: Generaal Foulkes


Generaal Foulkes bezocht als hoofd van de generale staf van het Canadese leger op 7 mei 1948 zijn gesneuvelde landgenoten. De generaal groet het centrale offerkruis en achter hem zien we: meester Germain Boes, pastoor Herman Van Damme, burgemeester De Prest.

Daarnaast vereerden ook heel wat belangrijke Canadese militairen de begraafplaats met een bezoek. Op 7 mei 1948 opende luitenant-generaal Foulkes de rij. Charles Foulkes was chef van de generale staf van het Canadese leger en gewezen commandant van het 2de Canadese Legerkorps, dat deel had genomen aan de bevrijding van België in 1944. De generaal was vergezeld van zijn echtgenote en enkele hoge officieren. Zoals gebruikelijk werd het gezelschap na het bezoek aan het kerkhof door burgemeester Jozef de Prest en de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis ontvangen, waar het gulden boek werd ondertekend, "suivi d'une réception que vous avez eu l'amabilité de bien vouloir offrir au Chef d'Etat-Major de l'Armée Canadienne et à quelques officiers qui l'accompagneront à cette occasion."

De generaal bleek erg onder de indruk van zijn bezoek en verzocht de burgemeester alle inwoners van Adegem te danken voor het feit dat ze hun bevrijders niet vergaten.

Op zondag 12 september 1948, dag van de bevrijding van Adegem, kreeg de gemeente het bezoek van majoor-generaal H.W. Foster. Foster was geïnviteerd door de stad Brugge om aldaar de bevrijdingsplechtigheden bij te wonen en was daartoe speciaal uit Canada overgekomen. Vanzelfsprekend wou de generaal ook het Canadese kerkhof in Adegem met een bezoek vereren, als postuum eerbetoon aan zijn gesneuvelde landgenoten. De hoge gast werd samen met Minister van Verkeerswezen Achiel Van Acker en diens echtgenote verwelkomd door het Adegemse Schepencollege en naderhand ontvangen op het gemeentehuis, waar het gulden boek werd getekend.


15 september 1948 : Generaal Crerar


Na zijn bezoek werd de beroemde generaal Crerar ontvangen op het gemeentehuis van Adegem.
Als dank voor de gastvrijheid schonk hij deze foto aan de burgemeester met de opdracht:
"To the Burgemeester of Adegem".

Op woensdag 15 september tenslotte ontving het Adegemse bestuur de wel bekendste generaal van allemaal, nl. Henry D. G. Crerar, CH, CB, DSO, ADC, gewezen stafoverste van het Canadese leger. Crerar was in 1944-1945 bevelhebber van de Canadese strijdkrachten in Europa. In 1948 was hij door de Canadese regering belast met een inspectiebezoek aan alle Canadese kerkhoven in Nederland en België. Hij bezocht het kerkhof in gezelschap van zijn echtgenote Veire. Marlowe Kennedy, attaché van de Canadese ambassade in Brussel, G. Greenwill van de ImperiaI War Graves Commission, H. Tellier, adjudant van Crerar en nog een paar andere militairen inspecteerden het kerkhof vrij grondig en hadden naderhand niets dan lof over voor de zorg waarmee het was aangelegd en werd onderhouden. Zoals gebruikelijk werd het hoge gezelschap op het gemeentehuis vergast op een receptie, waarop burgemeester De Prest hulde en dank bracht aan de doorluchtige vertegenwoordiger van het Canadese Volk.


op woensdag 15 september 1948 bracht generaal H.D.G. Crerar een inspectiebezoek aan het Adegem War Cemetery. Bij zijn aankomst op het kerkhof werd de generaal verwelkomd door burgemeester Jozef de Prest. We zien verder nog: gemeentesecretaris Prosper De Smet, mevrouw Veire Crerar, vleugeladjudant Tellier en Marlowe Kennedy, militair attaché hij de Canadese ambassade.

Tijdens deze intieme receptie op het gemeentehuis sprak burgemeester de Prest de hoge gast als volgt toe:

"Mon Général,
Au mois de septembre 44, nous avons eu le grand plaisir de pouvoir applaudir et fleurir les premiers chars Canadiens, qui venaient d'outre-mer pour libérer nos régions d'un oppresseur sans pitié. Aujourd'hui nous avons le grand honneur de pouvoir saluer un Général Canadien parmi ses Soldats tombés au Champ d'Honneur. Depuis la libération, quatre ans ont passé, mais le souvenir des faits d'armes glorieux, qui ont marqué cet événement, est resté vivace dans le cœur de nos compatriotes. C'est avec une pieuse vénération, que nous fleurissons les tombes de ces braves soldats canadiens et que nous prions Dieu pour le repos de leur âmes. Mon Général, je me fais l'interprète de tous les habitants d'Adegem, pour saluer en Vous la veillante Armée Canadienne et de lui adresser notre chaleureuse sympathie et toute notre gratitude."


De generaal begeeft zich in het gezelschap van Marlowe Kennedy naar het kastje waarin zich het Cemetery Register bevindt om het te tekenen. Achter de generaal zien we: onderpastoor Albert Heynkens, gemeenteraadslid Albert De Kesel, secretaris Prosper de Smet, burgemeester Jozef De Prest, mevrouw Veire Crerar en vleugeladjudant Tellier.

Laten we even de militaire rol die generaal Crerar bij de bevrijding van de Breskens pocket speelde wat van naderbij bekijken. Op 12 en 13 september 1944 gaf maarschalk Montgomery aan Crerar het bevel om met het Eerste Canadese Leger niet alleen de Franse havens Le Havre, Boulogne, Calais en Duinkerke te bevrijden, maar ook om zo vlug mogelijk de Scheldemonding vrij te maken. Crerar zag toen niet in dat vooral die laatste opdracht de krachten van zijn troepen ver te boven ging.

Na de bevrijding van Gent stootten de Poolse Pantserdivisie en de Vierde Canadese Pantserdivisie vrijwel moeiteloos door tot in Terneuzen, waarvan de haven op 20 september in handen van de Polen viel. Aan de westkant van het kanaal Gent-Terneuzen verliepen de zaken echter niet zo vlot. Crerar en zijn staf misrekenden zich deerlijk wat de tegenstand van de vijand betrof. Ook maakte hij volgens kenners een strategische vergissing door het Leopoldkanaal bij Moerkerke te willen oversteken en niet bij Maldegem of Sint-Laureins, waar de beide kanalen uit elkaar lopen. Natuurlijk is het achteraf altijd gemakkelijk te zeggen hoe het moest, op het ogenblik van de feiten MOEST gehandeld worden, en vlug. Dat Crerar dit kon, had hij reeds getoond bij andere gelegenheden. We voegen er ter verontschuldiging van de generaal overigens aan toe dat hij tijdens de operaties in Zeeuws-Vlaanderen sukkelde met zijn gezondheid.


Belgisch-Canadese dag van zondag 20 juni 1948

De vereniging België-Canada had wijze lessen getrokken uit de twee vorige plechtigheden en het verloop ervan totaal gewijzigd. In tegenstelling met voorgaande jaren werden de hoge gasten nu door de voorzitster verwelkomd aan de Sint-Adrianuskerk, waar de plechtige dienst nu voor het eerst werd opgedragen. Er werd gehoopt op een massale deelname van de Adegemse bevolking. "Mocht het tevens eens mooi weer zijn dan wordt deze dag een enige dag van hulde en dankbaarheid vanwege 't ganse Meetjesland voor zijn bevrijders," lazen we in 'De Eecloonaer'. En het was mooi weer: een lachend zonnetje maakte alles nog kleurrijker dan het al was.

"Une fièvre des grands jours animait le charmant village qui revivait encore dans une égale ardeur les jours glorieux et tragiques de la Libération dont son imposant cimetière est le symbole et le reliquaire", aldus Alice Sauton, die de plechtigheid uitgebreid versloeg in 'La Flandre Libérale'. "La jolie église de la commune" was hel verlicht door talloze kaarsen. Vooraan stond een grote katafalk met daarop de Canadese, Britse en Poolse vlaggen en eromheen een erewacht van vier piekfijn uitgedoste soldaten. In het koor waren de tientallen vlaggen van de deelnemende verenigingen en groeperingen opgesteld. Rechts stond het in het wit geklede knapenkoor van de Broeders van Liefde en voor het eerst kon het Sint-Gregoriuskoor - 125 uitvoerders de driestemmige mis van De Boeck probleemloos uitvoeren. Het Pie Jesu en Libera Me en nog het meest van allemaal het 0 Canada! liep bij velen, en dan voornamelijk bij de aanwezige Canadezen, koud over de rug.


Aan de plechtige dienst in de kerk werd steeds zeer veel zorg besteed. Onder het enorme baldakijn, dat slechts ter gelegenheid van de allergrootste plechtigheden werd uitgehangen, zien we de katafalk met daarop de Union Jack en de Belgische driekleur en er rond vier soldaten die de erewacht vormen.


Terwijl de plechtige dienst in de Sint-Adrianuskerk van Adegem bezig was, werd voor de deelnemers aan de stoet en voor andere belangstellenden een mis in openlucht op het dorp gecelebreerd. De oudstrijders, weggevoerden, enz. verzamelden voor de herberg 'Het Damberd' met veldwachter Richard Spillebeen in hun midden. De leerlingen van de meisjesschool, onder het toeziend oog van Amanda Lievens, stonden voor het altaar met hun bloemen en kransen die ze straks op de graven van de gesneuvelde Canadezen zouden deponeren.

De prefect van het Gentse Sint-Barbaracollege, E.H. Van Causbroeck, belichtte in zijn homilie de betekenis van het offer van zovele jonge mannen: "Heureux ceux qui sont morts pour une juste guerre. Mais que leur holocauste ne soit pas consenti en vain! Gardons à ceux qui sont devenus notre argile, notre reconnaissance toujours fidèle. Soyons unis pour une paix véritable, dans un mutuel amour, et une commune espérance! Ce sera la récompense de ceux qui nous ont tous donné, en partant - et aussi celle de ceux qui ont tout perdu - et qui restent: les mères, les veuves, les orphelins..."


Pater Goethals, aalmoezenier van de Weerstand, celebreert een mis in het dorp.
Helemaal links is een affiche te zien waarin deze Canadese dag werd aangekondigd.

Tijdens de eucharistieviering in de kerk werd op het dorp, voor de kerkhofmuur, een gelezen mis opgedragen door pater Goethals, aalmoezenier van de Weerstand.

Burgemeester De Prest, fièrement ceinturé de I'écharpe tricolore, ontving de vele hoge prominenten allerhartelijkst op het gemeentehuis, waar de erewijn werd geschonken en het gulden boek werd getekend. Niet zonder ontroering verwoordde de burgemeester het waarom van deze dag. Voor mevrouw le Clément de Saint-Marcq, de ziel van de herdenkingen, was het de laatste keer dat ze er in Adegem bij was...

Ondertussen vormde zich een zeer lange stoet in het dorp en de bloemenhulde op het kerkhof was zoals steeds zeer indrukwekkend. Mevrouw le Clément sprak er over la reconnaissance indéfectible qui nous attache à nos libérateurs. Voor elk graf knielde een kind om een laurierkroontje neer te leggen.

Na de plechtigheid werden mevrouw le Clément de Saint-Marcq en haar gezelschap ontvangen in de Villa des Acacias van Herman De Clercq in Eeklo. Er werd een receptie aangeboden, "intime et cependant nombreuse, simple et somptueuse, dans un cadre exquis, gracieusement prêté par la plus généreuse des maîtresses de maison dévouée elle aussi à la plus noble des causes."

"Het is voor ons een genoegen U bij deze onze welgemeende dank te betuigen voor de steun en de hulp door de Heer Burgemeester en het Gemeentebestuur van Adegem bewezen bij het inrichten van de Belgische-Canadese dag van 20 juni l.I.", aldus nog mevrouw le Clément in haar dankbrief van 22 juni 1948 aan het Adegemse gemeentebestuur.

Als meter van het Frans-Canadese Régiment de la Chaudière en als voorzitster van de vereniging 'Herdenking aan de Geallieerde Graven' nodigde mevrouw le Clément het Adegemse gemeentebestuur op zondag 7 november 1948 uit naar de jaarlijkse plechtige dienst in de Sint-Baafskathedraal te Gent ter nagedachtenis van de geallieerde soldaten die sneuvelden bij de bevrijdingsgevechten in en om Gent.

Onderaan de uitnodiging lezen we dat de wijding der graven zal plaats hebben op 2 November te 15 uur op het Canadese kerkhof te Adegem, bijeenkomst aan de dorpskerk. Was het pas dan dat de graven gewijd werden, of wordt hier de wijding van de graven van de gesneuvelden van Le Régiment de la Chaudière bedoeld?


Als voorzitster van de vereniging België-Canada en van de Gentse Welfare, sprak mevrouw le Clément de Saint-Marcq de genodigden toe. We zien kolonel De Clerck, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging met achter hem juffrouw Maria De Keyser. De grote bloemkrans is van ambassadeur Victor Doré, die niet kon aanwezig zijn.


De hoogwaardigheidsbekleders tijdens het spelen van het nationaal volkslied: mevrouw le Clément de Saint-Marcq, kapitein Letzinsky, zaakgelastigde van de republiek Polen, lord W.H. Montagu Pollock, dr. burgemeester Jozef de Prest, majoor lvaiser van de Imperial War Graves Commission, Paul Migeon.


© Hugo Notteboom / Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, 1994
Deze webpagina bevat auteursrechtelijk beschermd materiaal. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home