De Canadese dag onder
het Maldegems bestuur



Op 14 september 1984 trad kapitein-ter-zee burggraaf Poullet op als vertegenwoordiger van de koning.
Achter de burggraaf bemerken we raadgevend minister Fraser van Canada, burgemeester Rotsart de
Hertaing en zittend, de echtgenote van minister Fraser.

Van 11 september 1977 tot aan de herdenking van 12 september 1993 werd strak de hand gehouden aan het verloop van de hele plechtigheid: verwelkoming van de gasten, plechtige Eucharistieviering, ontvangst op het gemeentehuis, optocht naar het Canadees kerkhof, toespraken en bloemenhulde aldaar, receptie voor de geïnviteerden, gevolgd door een banket aangeboden door het gemeentebestuur.

Het aantal geïnviteerden en verenigingen die werden uitgenodigd steeg aanzienlijk en dat vergde (en vergt nog steeds) een uitgebreide en grondige organisatie, onder andere alleen al voor het voorzien van parkeerplaatsen. Ook kon de receptie omwille van het groot aantal deelnemers geen doorgang meer vinden in het Adegemse gemeentehuis. Velen vonden dat wel jammer, omdat zo met een jarenlange traditie werd gebroken.

Het is de verdienste van burgemeester Jean Rotsart de Hertaing dat elk jaar opnieuw alles tot in de puntjes verzorgd is en de hele herdenking vlekkeloos verloopt. Steeds opnieuw wordt het dorp van Adegem herschapen in een vlaggenzee en tijdens de week vóór de plechtigheid weet iedereen die op de Prins Boudewijnlaan (N9) het Canadees kerkhof passeert dat de Canadese dag opnieuw in aantocht is, want ook aan het kerkhof staan tientallen vlaggen opgesteld.

De ontvangst van de genodigden in het dorp verloopt heel protocollair en. is tot op de seconde getimed. Op het kerkhof zijn in een tribune zitplaatsen voorzien voor de belangrijkste gasten. Het geheel is het resultaat van maandenlange voorbereidingen en intensieve besprekingen met de geestelijkheid, de Adegemse scholen, verenigingen, enz. Het is professioneel werk geworden: van de intimiteit van de Adegemse herdenking is de Canadese dag geëvolueerd tot een grootse viering vol kleur en grandeur. Aan één zaak kon echter ook burgemeester Rotsart de Hertaing niets veranderen en dat was (en is) aan de regen die als het ware spreekwoordelijk met de Canadese dag verbonden is. Het is werkelijk typisch en tezelfdertijd ook merkwaardig dat deze reeds zo vaak letterlijk in het water viel door de neergutsende regen, en dit reeds vanaf 1945!

Op 11 september 1977 was ambassadeur Lamoureux er voor het eerst bij en op 9 september 1979, naar aanleiding van de 35ste verjaardag van de bevrijding, kwam eerste minister Wilfried Martens hoogstpersoonlijk de herdenking bijwonen. Door toedoen van burgemeester Rotsart de Hertaing was in het gemeentehuis een kleine fototentoonstelling over de bevrijding van de streek op het getouw gezet. Dit gebaar werd ten zeerste door de Canadese gasten geapprecieerd.

Op de plechtigheid van 14 september 1980 waren niet minder dan 50 gemeenten uitgenodigd uit zowel Oost-, West- als Zeeuws-Vlaanderen. Naast burggraaf Poullet, die al enkele jaren de koning vertegenwoordigde, was ook minister Fraser van Canada aanwezig die alle aanwezigen dankte voor de jaarlijkse hulde die haar weerklank vond tot in Canada.

In 1985 toonde ambassadeur Yalden zich tegelijkertijd verwonderd en tevreden over de massale aanwezigheid van de bedevaarders en hij hoopte dat deze traditie nog jarenlang zou worden verdergezet, want ze zorgde voor een intense band tussen België en Canada.

Op 13 september 1987 had de plechtigheid voor de zoveelste keer plaats onder een dreigend wolkendek. "Erger nog dan de doden zou de afwezigheid van hen in onze gedachten zijn, " zei burgemeester Rotsart de Hertaing. Minister van Onderwijs Daniel Coens legde in zijn zeer mooie toespraak de nadruk op het bevorderen en instandhouden van de vrede zodat de komende geslachten blijvend zullen kunnen genieten van hetgeen zoveel decennia terug verworven werd.

Onder de genodigden was ook Adams T. Roy aanwezig, president van de Lincoln and Welland regiment Association, wiens broer Armand L. Roy op het kerkhof begraven ligt. Deze sneuvelde op 4 maart 1945 (XI.D.3). Over deze ingetogen manifestatie werd geschreven dat "het een plechtigheid was die aansprak, niet alleen door de grote voorbereiding die gemeentelijk Maldegem in die plechtigheid heeft gestoken, maar vooral door de manier waarop de genodigden maar ook andere aanwezigen deze jaarlijkse plechtigheid beleven."

Ter gelegenheid van de Canadese plechtigheid in 1987 was sergeant Ronald Haunts opnieuw in Adegem, waar hij na 42 jaar opnieuw het kerkhof betrad dat hij had aangelegd. Uiteraard deed hij dit in het gezelschap van de heer Jozef De Keyser; het weerzien tussen de beide oorlogsvrienden en families verliep zeer emotioneel.

In krantenverslagen van de Canadese dag vanaf 1989 zijn twee constanten terug te vinden. Om te beginnen wordt er nagenoeg elk jaar op gewezen dat steeds meer mensen van aanzien aanwezig zijn en dat de publieke belangstelling elk jaar toeneemt

10 september 1989:
...hogere belangstelling dan vorige jaren...
9 september 1990:
...sedert fusie meer belangstelling, de deelnemers stijgen...
8 september 1991:
...belangstelling hoger dan vorig jaar...
13 september 1992:
...het aantal steden en gemeenten en verenigingen groeit aan...
12 september 1993:
...meer volk dan verleden jaar...

Daar bij het grootste deel van de jeugd de kennis van en de belangstelling voor de oorlog en zijn gevolgen zeer summier zijn geworden, werd op 10 september 1989 een poging ondernomen om wat meer jongeren bij de plechtigheid te betrekken. Men liet twee schoolkinderen een tekst voorlezen over de oorlog van opa en de oorlog van de televisie. Het bleef bij die ene poging. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er precies vanuit de jeugd kritiek kwam op de vorm van de organisatie van de Canadese dag.

Agalev, de groene partij, wou in 1990 een andere herdenkingsplechtigheid. Reeds in de gemeenteraadszittingen had raadslid Geert Dhont zijn ongenoegen geuit over de manier waarop de plechtigheid verliep: hij wou meer soberheid. Op 9 september plaatste Agalev tijdens de herdenking op de graven kaarten met daarop een oproep voor blijvende vrede. De ordediensten waren er echter als de kippen bij en er werd proces-verbaal opgesteld. In 1991 werd nog eventjes gealludeerd op dit incident "Een paar jaar terug werd de organisatie van een alternatieve plechtigheid aangekondigd, dichter bij het volk. Er is niets van terecht gekomen..."

De jongeren en volwassenen, zij die de oorlog meemaakten en zij die nog nooit een oorlog van dichtbij zagen, streven nochtans hetzelfde doel en ideaal na: de zinloosheid van de oorlog benadrukken en ijveren voor een duurzame vrede.


© Hugo Notteboom / Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, 1994
Deze webpagina bevat auteursrechtelijk beschermd materiaal. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Home