de Helle

Tussen hemel en hel

Iris Van de Casteele

Een moeder

Als een geschonden maan
viel ze heel traag
in één der vele geulen
zo lag ze daar
temidden van het licht

haar ogen bleven dicht
in de doodsbeenderboom
stak men de kaarsen aan

één voor de lach
waarmee ze had getoverd
één voor de pijn
die ze met trots omging
één voor het uur
van de herinnering

de aarde ruikt naar meel
de stenen pletten graan
een moeder wordt als brood
onder de levenden verdeeld